VOORBEREIDING

Deze opdrachten vragen wat meer voorbereiding van de leerkracht. Neem daarom alvast de opdrachten door. Per opdracht duurt de uitvoering ongeveer een kwartier tot een half uur.

Opdracht 1: een klaslokaal of speellokaal en blinddoeken.

Opdracht 2: Knutselspullen zoals stevig papier, karton, potloden en viltstiften, stukjes leer, touw, plastic, verschillende bolletjes wol, scharen, lijm, plakband, nietmachine.

Zie opdracht 1

DE OPDRACHT

In de voorstelling ODYSSEUS gaat het veel over heldenmoed, trouw, vriendschap en liefde. Belangrijke thema’s waarmee iedereen te maken heeft. Hoe zit dat bij jou?

Gesprek:
– Wie heeft er een vriend waarvan je zegt: dit zijn echte vrienden/vriendinnen?
– Vertel daar eens over?
– Wat betekent die echte vriend of vriendin voor jou?
– Kunnen ze ook op je bouwen?
– Kunnen ze je vertrouwen?
– Heb je wel eens vrienden of vriendinnen gehlopen?
– Vertel daar eens over?

Opdracht:
Vriendschap en vertouwen horen bij elkaar. Wij zijn hier als vrienden onder elkaar, dus kunnen we elkaar vertouwen. Durf jij je aan een ander over te geven? Dat gaan we in dit spel uitproberen!

Zet wat stoelen/spullen kris kras door de ruimte. Vorm groepjes van drie. Eén van de drie krijgt een blinddoek om, de andere twee leiden de geblinddoekte speler door de ruimte. Het is de bedoeling dat je de geblinddoekte speler veilig langs alle obstakels in de ruimte loodst. Daarna wisselen de kinderen, zodat iedereen een keer geblinddoekt door de ruimte heeft gelopen.

Variatie:

Maak het moeilijker. Eén speler is geblinddoekt. De twee anderen proberen hun eigen geblinddoekte speler het parcours te laten lopen, maar dit keer lopen ze niet mee, ze mogen alléén aanwijzingen geven. Bijvoorbeeld: loop recht vooruit, (bij de stoel) nu naar links, nog een stap enzovoorts.

Gesprek:

Hierna in de kring zitten en even napraten. Wat hebben de kinderen ervaren?
– Hoe voelde het?
– Was het een beetje angstig?
– Ging dat over?
– Durfde je erop te vertrouwen dat je medespelers jou goede aanwijzingen gaven?

Gesprek:
Soms komt het voor dat het vertrouwen beschaamd wordt. Je voelt je dan in de steek gelaten.
– Kan iemand daar iets over zeggen?
– Is het daarna toch weer goed gekomen?
– Vertel eens?
– Echte vriendschap blijkt altijd in moeilijke tijden, als je in de penarie zit. Bijvoorbeeld; je fietst samen een flink eind van huis. Dan begint het te stortregenen en je fietsband loopt ook nog eens leeg. Wat gebeurt er? Rijdt de ander alleen door, gaat hij hulp halen, of….
– En stel dat je door anderen wordt gepest, wat doet je vriend of vriendin dan?
– Heb je zelf wel eens iemand geholpen in nood?
– Wie wil daar iets over zeggen?

Opdracht:
Echte vrienden willen elkaar natuurlijk graag laten blijken wat die ander voor ze betekent. Zo dragen getrouwde mensen vaak een ring. Met die ring willen ze zeggen: ik ben trouw aan de ander. Daarom heten die ringen ook trouwringen. Hebben jouw ouders ook zo’n ring? Vraag ze maar eens wat die ring voor ze betekent. En misschien heb jij met je vriend of vriendin wel een vriendschapsring, of een armbandje? Op hebben jij en je vriendin elk een half hartje dat samen één hart vormt? In deze opdracht ga je iets voor iemand anders maken als symbool voor jullie vrienschap. Dat kan een ring of een armbandje zijn, maar je mag natuurlijk ook zelf iets bedenken!