VOORBEREIDING
Deze les duurt ongeveer drie kwartier, maar je kunt de opdrachten opdelen in kortere lessen van zo’n 5 tot 15 minuten.
Deze opdrachten zijn het beste in de speel- of gymzaal uit te voeren. Zorg dan wel dat je daar een muziekinstallatie en toegang tot het internet tot je beschikking hebt.
Zie variaties per opdracht.
DE OPDRACHTEN
In de voorstelling groeit en bloeit er vanalles; niet alleen de planten van meneer Hoppe, maar ook schildpadje Rudi wordt steeds groter! In deze les gaan jullie zelf groeien en bloeien, probeer maar eens…
- Pak elkaars handen vast en maak een zo’n groot mogelijke kring. Laat de handen los. Wrijf je handen zacht tegen elkaar aan en leg ze dan tegen je wang als een kussentje.
- Ga op je hurken zitten. Als dat moeilijk is, ga dan op de grond liggen. Doe alsof je slaapt.
- Zet deze muziek aan en zing of zeg samen de volgende tekst en maak de bijbehorende bewegingen (voor het gemak kun je de tekst hieronder met de rechtermuisknop opslaan en van daaruit printen):
- Doe deze dans drie keer. Je kunt het eventueel een keer voordoen alvorens met de kinderen te dansen.
Variaties:
- Oefen na de dans de zweefstand apart. Doe dit langzaam. Leg uit dat het belangrijk is goed te staan en je te concentreren als je de zweefstand doet.
- Verzin een aantal verschillende manieren om te buigen voor je buurman. In het dansje mag ieder kind zelf een buiging verzinnen.
- Doe het dansje daarna nog een keer.
Zet de kinderen op de bank en vertel het volgende verhaal (wederom als afbeelding op te slaan met rechtermuisknop en van daaruit te printen):
- Geef de kinderen een voor een een tikje op het hoofd. Op dit teken zoeken ze een plekje op de grond en gaan ze slapen.
- Zorg dat de kinderen goed verspreid liggen. Zet een muziekje aan, bijvoorbeeld deze.
- De kinderen zijn de planten. Vertel het verhaal nog éénmaal.
- Doe het licht uit als de nacht komt. Begeleid de kinderen al pratend in het groeien, bijvoorbeeld: “eerst gaan de bladeren bewegen”, “ik zie allemaal vingers die bladeren worden en bewegen”, “nu groeien de bladeren omhoog en opzij en dansen ze een beetje door de lucht”, “de takken worden groter” enzovoorts.
- Als het groeien klaar is, doe je het licht weer aan en staan de planten muisstil in hun potje.
- Loop langs de planten met een gieter en geef ze zogenaamd een beetje water.
Variatie
- De opdracht kan herhaald worden, maar nu bepalen de kinderen zelf hoe ze groeien.
OPDRACHT 3A
Voorbereiding:
Zet alle kinderen op de bank, ga zelf voor ze staan. Vraag of ze een klein dier kennen. Bijvoorbeeld een muis. Hoe ziet die eruit?
De opdracht:
- We gaan een muis van onszelf maken (dit kan natuurlijk elk willekeurig klein dier zijn).
- Laat ieder kind een plekje zoeken in de zaal.
- Voor ieder kind op de grond ligt zogenaamd een grote berg klei. Doe zelf mee.
- Pak een homp klei. Plak dit op je gezicht.
- Boetseer een muizenkop, een puntige snuit, twee oren, snorharen… ziezo.
- Pak weer een homp klei, maak een dikke buik en dikke billen.
- Pak weer wat klei en boetseer ook een staart, plak die op je billen.
- Wat voor geluid maakt een muis? Hoe loopt een muis?
- Zet deze muziek aan.
- Als je een tikje op je hoofd krijgt ga je als een muis door de ruimte trippelen, totdat alle muizen trippelen.
- Laat de muizen met hun billen schudden, hun kopjes met hun voorpoten schoonvegen, snel draaien en trippelen, stilstaan en spiedend rondkijken, zijn snorharen poetsen, over hun dikke kaasbuiken wrijven, op hun rug liggen…
- Na verloop van tijd gaan alle muizen weer op de bank zitten.
Variatie:
- Maak van jezelf een muis zoals hier boven
- Geef elkaar een pootje en maak een kring.
- Laat dan de pootjes los en zet de muziek aan.
- Zeg de volgende tekst (op te slaan als afbeelding met rechter muisknop en van daaruit te printen) en beweeg/dans op de telling van de muziek . Je kunt in vieren tellen. Elke keer als je de hele tekst hebt gezegd komt er een bridge voor in de muziek. Laat de kinderen dan dansen als een echte muis, waarna je de tekst opnieuw kunt zeggen enzovoorts.
- Oefen eerst het zeggen van de tekst op de tellen van de muziek alvorens met de kinderen te dansen. Natuurlijk kun je ook een eigen manier vinden om de tekst op de muziek te zetten, of een eigen muziekje kiezen.
- Doe de dans ook eens zonder tekst met alleen de beweging.
OPDRACHT 3B
Voorbereiding:
Zet alle kinderen op de bank, ga ervoor staan. Vraag of ze een groot dier kennen. Bijvoorbeeld een olifant. Hoe ziet een olifant eruit?
De opdracht:
- We gaan een olifant van onszelf maken (dit kan natuurlijk elk willekeurig groot dier zijn).
- Laat ieder kind een plekje zoeken in de zaal.
- Voor ieder kind op de grond ligt zogenaamd een grote berg klei. Doe zelf mee.
- Pak een homp klei. Plak dit op je gezicht.
- Boetseer een olifantenkop: een grote kop, twee grote oren, een slurf, twee slagtanden… ziezo.
- Pak weer een homp klei, maak een groot lijf en vier stevige poten.
- Pak weer wat klei en boetseer ook een staart, plak die op je billen.
- Wat voor geluid maakt een olifant? Hoe loopt een olifant?
- Zet deze muziek aan.
- Als je een tikje op je hoofd krijgt ga je als een olifant door de ruimte lopen, totdat alle olifanten lopen.
- Laat de olifanten met hun poten stampen, hun slurven omhoog steken, trompetteren, draaien, door de modder rollen, over hun dikke buik wrijven, enzovoort.
- Na verloop van tijd gaan alle olifanten weer op de bank zitten.
Variatie:
- Maak van jezelf een olifant zoals hier boven
- Geef elkaar een poot en maak een kring.
- Laat dan de poten los en zet deze muziek aan.
- Zeg de volgende tekst (op te slaan als afbeelding met rechtermuisknop en van daaruit te printen) en beweeg/dans op de telling van de muziek. Je kunt in vieren tellen. Verdeel iedere zin over vier tellen, neem vier tellen rust om de beweging even door te zetten, voor de volgende zin komt.
- Probeer de dans ook eens zonder tekst, maar alleen op de muziek.