VOORBEREIDING

Deze les duurt ongeveer 30 minuten.

  • A4tjes (tenminste één voor iedereen)
  • Boeken of iets anders om per persoon twee stapels van ongeveer 15 cm hoog te maken
  • Krantenpapier
  • Liniaal

DE OPDRACHTEN

Charles Lindbergh ontwerpt zijn eigen vliegtuig om de oceaan me over te vliegen. Maar hoe vliegt een vliegtuig eigenlijk? Met deze proefjes ondek je het zelf!

Benodigdheden: Per persoon/per tweetal A4tje, twee stapels van ongeveer 15 cm, liniaal

Opzet: Laat de kinderen individueel of per tweetal ontdekken hoe het kan dat een vliegtuig vliegt.

Verloop: Laat iedereen de volgende voorbereidingen treffen:

  • Leg de twee stapels boeken naast elkaar op tafel
  • Zorg dat er 15 cm tussen de boeken zit
  • Leg het papier op de boeken.

Vraag klassikaal: Wat denk je dat er gebeurt als je onder het papier blaast?

  • Blaas recht vooruit onder het papier door.

Bespreek klassikaal: Wat gebeurt er? Hoe komt dat denk je?

Uitleg: Als je onder het papier blaast, gaat het papiertje naar beneden. Dat komt omdat de lucht die stilstaat sterker is dan bewegende lucht. En als je blaast, laat jij de lucht onder het papier bewegen, terwijl de lucht boven het papier stil blijft staan. De lucht boven het papier is dus sterker, waardoor jouw papiertje naar beneden gaat.

Benodigdheden: Per persoon/per tweetal krantenpapier, liniaal, tafel

Opzet: Laat de kinderen individueel of per tweetal ontdekken hoe het kan dat een vliegtuig vliegt.

Verloop: Laat iedereen de volgende voorbereidingen treffen:

  • Scheur een stuk krantenpapier af van ongeveer 30 cm lang en 10 cm breed
  • Ga bij de hoek van de tafel zitten
  • Hang het papier over de zijkant van de tafel

Vraag klassikaal: Wat denk je dat er gebeurt als je over het papier blaast?

  • Houd de ene kant van de strook goed tegen het tafelblad aan. Blaas over de tafel en in de richting van de rand.

Bespreek klassikaal: Wat gebeurt er? Hoe komt dat denk je?

Uitleg: Het papiertje gaat omhoog! Net als in het vorige proefje, is de stilstaande lucht sterker dan de bewegende lucht. Dus als je boven het papier blaast en daar de lucht laat bewegen, is de lucht onder het papier sterker en duwt het jouw papiertje dus omhoog.

De vleugels van een vliegtuig zijn een beetje bol aan de bovenkant. Kijk maar:

Daarom moet de lucht die bovenlangs de vleugel gaat, meer afstand afleggen dan de lucht die er onderlangs gaat.

Om op tijd aan de voorkant van de vleugel te zijn, moet de bovenste lucht daarom sneller, terwijl de lucht aan de onderkant lekker veel tijd heeft om vooraan te komen.

Door de proefjes weten we dat stilstaande lucht sterker is dan bewegende lucht. Dat geldt ook voor langzame en snelle lucht: de langzame lucht heeft meer tijd om tegen de vleugel aan te duwen, terwijl de snelle lucht alleen maar bezig is met op tijd aan de voorkant te komen. De langzame lucht onder de vleugel is dus sterker; het vliegtuig gaat omhoog.

Zie ook dit fragment van Schooltv: